Serious Case Reviews zijn ontstaan in het Verenigd Koninkrijk naar aanleiding van zeer ernstige en soms fatale gevallen van kindermishandeling en -verwaarlozing. Een Serious Case Review (SCR) is een uitgebreid en gedetailleerd onderzoek dat tot doel heeft te achterhalen wat er juist is gebeurd, welke instanties en professionals betrokken waren bij het gezin, en of er tekortkomingen waren in de genomen beslissingen, de ondernomen acties en de gevolgde procedures. Hierbij is het verkrijgen van inzicht in de informatiestromen binnen en tussen de betrokken instanties en hulpverlening van doorslaggevend belang, daar zowel de in- en doorstroom van informatie als het tijdstip van informatieoverdracht medebepalend kunnen zijn voor de uitkomst van een concrete zaak.
De SCR lijkt een veelbelovende methode om in een concrete casus de aandachts- en pijnpunten in het geboden beschermingsniveau bloot te leggen, met het oog op het voorkomen van gelijkaardige incidenten in de toekomst. Vandaag is echter onduidelijk hoe dergelijke SCR’s juridisch verankerd dienen te worden in Vlaanderen/België. De wens tot transponeerbaarheid van de Britse onderzoeksmethode naar Vlaanderen/België doet namelijk verscheidene juridische vragen rijzen rond o.a. het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid van de betrokken instanties en professionals, het geheim van het strafrechtelijk onderzoek, de privacy van de betrokkenen (slachtoffer, pleger, professionals) en het al dan niet openbare karakter van een SCR-rapport.
De doelstelling van dit onderzoek is het beoordelen van de transponeerbaarheid van de Britse SCR-methode naar de Vlaamse context, door middel van een analyse van het huidige juridische kader en de uitwerking van het wenselijke toekomstige juridische kader. Dit onderzoek moet dan ook helpen aan de juridische inbedding van de SCR-methode in Vlaanderen/België. Meer concreet is de doelstelling, inzicht te verkrijgen in hoe de SCR-methode zich verhoudt tot de bestaande regelgeving (o.a. beroepsgeheim, discretieplicht, geheim van het strafrechtelijk onderzoek, privacywetgeving, openbaarheid van bestuursdocumenten enz.). In het verlengde daarvan zal worden onderzocht hoe SCR’s en het SCR-comité juridisch vorm zouden moeten krijgen.
prof. dr. Johan Put en prof. dr. Tim Opgenhaffen
Instituut voor Sociaal Recht & Leuvens Instituut voor Criminologie, Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen, KU Leuven
Onderzoekers
Joséphine Mwamba en Marie Eglem
ISR & LINC, KU Leuven